Beschrijving

Een ode aan de geur van een dure en luxueuze grondstof: patchoeli. De geur van deze rijke, zeer complexe en verfijnde compositie is opgebouwd rond een fractie (herdistilleerde essence) van patchoeli die is gezuiverd, gesublimeerd en vergroot, gescheiden van zijn overdreven kamferachtige ruwheid.
Het begint allemaal met een verrassend maar verleidelijk spiritusakkoord. Deze stroperige sprankeling wordt vergezeld door een duidelijk houtachtig facet dat tot in de basisnoten blijft hangen, en een mysterieus vleugje muffigheid dat, hoewel ongrijpbaar, vluchtiger wordt naarmate de minuten verstrijken. De magie van patchoeli, met zijn muffe, harsachtige, aardse aspect, gaat hier samen met de fascinatie van droge ceder: dit is hoe deze geur uitersten mengt, muf lijkend, en dus vochtig, maar ook droog. Dan komen er een paar delicate noten van Australisch sandelhout bij, dat niet romig of smeuïg is zoals Mysore sandelhout, maar eerder droog en bitter in de eerste noten, hoewel het net als zijn Indiase neef een fijne, zachte houtachtigheid heeft. De geur lijkt zich op te bouwen naar een zachter, harsachtig, balsamico spoor met een vleugje vanille, dankzij de toevoeging van de afrondende noten van benzoë. Uiteindelijk blijkt deze wandeling door het kreupelhout een zoetheid te zijn die wordt belichaamd door de warme, sensuele afdruk van Kasjmierhout. Deze geur, symbool van vrijheid en verre horizonten, is betoverend en dicht en roept dromen, ontsnapping en mysterie op.